Ik bezocht Abruzzo voor het eerst rond 2003-2004. Ik had net een van de eerste enigszins betaalbare digitale camera’s, en keek mijn ogen uit. Ik werd verliefd op Abruzzo, op de puurheid, de ruigheid van de natuur, op de dorpjes waar de tijd stil leek te staan. In november 2019 keerde ik terug. En verloor wederom mijn hart aan de prachtige natuur en de ongereptheid van deze regione in midden Italië. Een kort terugblik:
L’Aquila
Als je, net als ik, aankomt in het donker op het eind van de middag half november, verwelkomen de warmgele kleuren van de verlichte, hoge gebouwen je. Verder valt het op dat er tot na mezzanotte, middernacht, zoveel jeugd op straat rondloopt. Het blijkt giovedì universitario te zijn; de studenten gaan op stap. Dat gaat er anders aan toe dan in Nederland. Niks te opgeschoten, lallende jongeren. Nee, ze struinen rustig in drie-, vier- of vijftallen over straat, staan in groepjes buiten bij kroegjes verspreid over het centrum en onder de arcaden, maar ze veroorzaken geen overlast.
L’Aquila blijkt een universiteitsstad te zijn met verschillende faculteiten. Er studeren zo’n 25.000 man, vergelijkbaar met bijvoorbeeld Tilburg, en meer dan in Maastricht. Dat is best veel als je weet dat er in l’Aquila circa 70.000 personen wonen. Het inwonertal schommelt maar is nu, tien jaar na de aardbeving, bijna terug op het oude peil.
Die aardbeving… wie herinnert zich die niet…. Het was 6 april 2009 dat L’Aquila Tot op de dag van vandaag zie je de gevolgen van de terremoto, aardbeving, die Abruzzo ’s nachts op 6 april 2009 trof. Driehonderd mensen overleefden de aardbeving niet. Als je, zonder dit te realiseren, de hoofdstad l’Aquila bezoekt, zie je prachtige palazzi, gebouwen. Het kwartje valt niet direct, maar hoe verder je de stad in loopt hoe vaker je ziet dat er gebouwen worden gestut en gerestaureerd.
Huilende wolven
Als we na een copieus diner aan de zuidwestzijde van de stad vlakbij de Fontana delle 99 Cannelle besluiten terug te lopen naar ons hotel dat vlakbij il castello ligt, lopen we door verlaten straten. Wat een contrast met de levendigheid in het noord-oostelijke deel! De oorverdovende stilte wordt doorbroken door het haast angstaanjagende, onheilspellende gehuil van wolven op de achtergrond. “Stop eens, hoor ik dat nou goed?” hoor ik mezelf zeggen… Ja! Inderdaad! Een vreemde gewaarwording; geluid draagt blijkbaar ver, ze zitten namelijk in het Nationaal Park Gran Sasso.
We hadden al begrepen dat de honden die in het Parco Nazionale gregge di pecore, schaapskuddes, in bedwang moeten houden, door de pastore, herder, zijn voorzien van een collare di ferro, halsband van ijzer. Dit omdat een lupo, wolf, het bij een aanval op de hals munt. Brrrrr….
Als je het gehuil omdenkt, realiseer je je hoe uniek het is dat het geluid niet wordt overstemd door andere geluiden. De sterrenhemel is gitzwart, en ongetwijfeld nog donkerder op de uitgestrekte, nagenoeg onbewoonde hoogvlaktes van de Gran Sasso waar de wolven rondlopen.
Dilemma: gaan of niet gaan?
Menigeen, van jong tot oud, ziet zich geconfronteerd met een dilemma. Blijven of weggaan, terug keren of weg blijven. Steeds meer jongeren en ouderen uit de streek, blijken terug te keren naar hun geboortegrond. Met als doel hun schouders te zetten onder en hun steentje bij te dragen de wederopbouw. Dat doe je alleen als dat wat er is, uniek is. En dat is Abruzzo! Dat is l’Aquila, dat is de overweldigende natuur van Parco Nazionale Gran Sasso, dat zijn de dorpjes Santo Stefano di Sessanio, Corvara, Castel del Monte en tal van andere dorpjes. Op vakantie gaan betekent dat je je steentje bijdraagt aan deze regione die het zwaar te verduren heeft gehad, maar ook dat je kunt genieten van een streek waar de tijd lijkt te hebben gestaan. Een streek waarvan ik op mijn reizen in Italie nog geen gelijke van heb gezien. Onthaasten gebeurt hier automatisch.
Bij terugkomst krijg ik de vraag: moeten we de stad l’Aquila mijden? Ik hoef er niet lang over na te denken. Nee! De stad merita, verdient het, om bezocht te worden. Niet alleen voor de prachtige bouwwerken die nog staan, maar ook als steun in de rug met het oog op de wederopbouw.
De Abruzzesi zijn bovendien bijzonder hartelijk. “Ja”, hoor ik je denken, “dat zijn alle Italianen”. Klopt! Maar zoals de Abruzzesi zeggen, en zoals ik het ook heb ervaren, de gastvrijheid voelt alsof je een vriend bent dat een paar dagen op bezoek komt. Waarom? “Omdat het zo hoort.”
Ontdek Abruzzo aan de hand van films
Een streek ontdekken aan de hand van films… dat had ik niet eerder gedaan. Ik ontmoet Piercesare Stagni die als klein kind verliefd werd op film. Op straat, onder zijn huis in l’Aquila, werd een filmscène opgenomen van de film Bianco Rosso Verdone. Hij verdiept zich in de film en maakte er uiteindelijk zijn beroep van en wordt filmhistoricus en docent. Hij beperkt zich tot films tussen de jaren 1940 en 1970.
“La richezza sta nel passato. Devi studiare il passato per meglio capire il presente e rendere il futuro migliore.” “De rijkdom (van de films) ligt in het verleden. Je moet dat verleden bestuderen om de tegenwoordige tijd beter te begrijpen en om beter te worden in de toekomst,” aldus de wandelende encyclopedie. Je leert Italie kennen door de film. En in dit geval leer je dus, net als ik, Abruzzo kennen door de film.
Zijn favoriete genre is de Comedia all’italiana. Het zijn geen komische films, maar juist realistische. Het is het genre dat ontstaat na de economische boom in d jaren zestig van de vorige eeuw. Het leven wordt makkelijker, mensen krijgen een vast loon, kunnen zich een autootje permitteren, ze kunnen op vakantie. “Wil je ‘Italië’ leren kennen, kijk dan naar de film Dolce Vita van Fellini”, aldus Piercesare
“Onze richezza, rijkdom, van de renaissance, helpt ons om te excelleren als artisti, kunstenaar.” Stagni blijkt een jaar in Amsterdam te hebben gewoond. Op de vraag welke buitenlandse regisseurs hem aanspreken, zegt hij “Pol Verôven”. Wie? Ah! Paul Verhoeven! En als acteur spreekt Rutger Hauer hem aan. Maar, haast hij zich te zeggen, “hun manier staat wel heel ver af van de mijne. De Nederlandse film is più mentale, più freddo. Zij zijn niet in staat om alla Sorrentino te werken.” Wat de Italianen van de Nederlanders zouden kunnen leren? Stagni is er duidelijk over: “Italiaanse films zouden wat meer razionalità moeten hebben, een helderdere verhaallijn.”
Mijn tips voor een vakantie in Abruzzo
In het (veel te korte) bezoek heb ik heel wat van l’entroterra, binnenland, mogen zien. Ik keer terug, dat staat vast, en dan wel wat langer. Minder in de auto, meer buiten in de natuur, om er te fietsen, te hiken, te kanoën, te paardrijden, om ook de kust te ontdekken met zijn trabocchi, vis-staketsels.
Op basis van mijn afgelopen bezoek half november zeg ik nu:
- Ga vooral in de herfst. Ik was er half november en de herfstkleuren waren magnifiek, zowel op de Campo Imperatore als bij het berkenbos van Monti della Laga. Het was bovendien lekker rustig.
- Kies voor kleinschalige accommodaties zodat je contact maakt met de locals; zij zullen goed voor je zorgen, zowel qua eten als qua tips
- Een bezoek de kasteelruïne Rocca Calascio, het hoogste kasteel van de Apennijnen, én filmset voor tal van beroemde films
- Bezoek de verschillende borghi mediavali, middeleeuwse dorpen, zoals Castel del Monte, Santo Stefano di Sessanio,
- Bezoek de stad l’Aquila
- Het Parco Nazionale Gran Sasso e Monti della Laga met zijn Campo Imperatore is een must
- Doorkruis het landschap, je zult ook olijfgaarden tegenkomen en op punten geraken waar je zowel de Adriatische zee zult zien als de besneeuwde bergtoppen. Qua landschap waan je je op bepaalde plekken in Toscana, Umbria of Le Marche, maar het is veel rustiger én goedkoper in Abruzzo
- Ga kanoën op de Tirino, de fiume più limpido van Italie, de helderste en schoonste rivier van Italie.
- Ga hiken, biken in een van de natuurparken
Meer informatie
- Meer informatie over het Parco Nazionale Gran Sasso e Monti della Laga (it/en/du/gr)
- Mijn Abruzzo fotoverslag
- Meer informatie over wat je kunt doen in de Gran Sasso – NL
- Meer informatie over Abruzzo (nl)
© Foto’s: Claudia Zanin