Als ik in Italië ben, wil ik zoveel mogelijk zien en ondernemen. Dat wringt vaak met de hoeveelheid tijd die ik tot mijn beschikking heb. Ik maak daarbij steevast te weinig tijd vrij voor een dagje rust. Een dag lang genieten op een ligbedje met een boek in de hand, lukt me niet. En dat is best zonde als je dan in zo’n lekker hotel zit als waar ik zat op Ischia… Ik heb daardoor wel heel wat ondernomen en gezien op het eiland. En deel met plezier met tips en suggesties. Doe er je voordeel mee!
Meeuwen begeleiden de veerboot, de witte vogels steken prachtig af tegen de blauwe lucht. De rust die ik heb ervaren op Procida is een schril contrast met Ischia. Althans… bij mijn eerste kennismaking als de veerboot afmeert in de haven Porto d’Ischia. Ik moet wennen aan de kakafonie van mensen, geluiden en drukte. Taxichauffeurs zien me lopen met mijn grote koffer en doen hun best om mij te overtuigen in hun taxi te stappen. Het is even schakelen…
Ik heb me echter voorgenomen om deze reis zo ecofriendly mogelijk te doen. Heb keurig mijn vliegmiles afgekocht en verplaats me verder te voet en met het openbaar vervoer. Het is alsof je bent teruggeworpen in de tijd. Maar het dwingt me automatisch tot slowtravel. Helemaal prima! Ik maak zo bovendien meer mee dan wanneer ik een auto zou huren.
Voorbereiding
In de voorbereiding van deze trip naar Ischia kon ik me lastig een beeld vormen van de grootte van het eiland. Dat is ook best lastig inschatten zo vanachter je laptop. Op de kaart zag ik wel dat er een grote, gele ‘rondweg’ is en daarnaast tal van kleinere, witte straatjes. In de praktijk blijkt het op die grote rondweg flink druk te zijn, ook in mei, voorseizoen, als ik er ben. Mijn plan om een e-bike te huren, laat ik bij het zien van de drukte en ook bij het ervaren van de afstanden, al snel varen. En dat is prima want die bus is eigenlijk gewoon handig en spotgoedkoop. Ik denk dat ik zo’n 3 kwartier heb gebust voor € 1,70! Die gebruik ik verder zo min mogelijk; ik ga zoveel mogelijk te voet omdat ik vooral veel wil zien. En dat is gelukt!
Het pad naar Monte Epomeo | Een van beide is echt… |
Mijn uitvalsbasis
Mijn uitvalsbasis is het kleinschalige Hotel Ferdinando. Dat leent zich voor een relaxte vakantie waar je helemaal tot rust komt. Geen gemotoriseerd verkeer in de wijde omtrek, alleen het ruisen van de wind en de zee, het fluiten van vogeltje. Mooie hotelkamers met fantastisch uitzicht, heel wat mogelijkheden tot wellness. ’s Avonds genieten van een magnifiek uitzicht en lekker eten.
Wat wil een mens nog meer? Iets ondernemen en veel zien! Althans, ik wel. 😊 Ik bespreek mijn ideeën met eigenaresse Fernanda Iacono. Ze voorziet me van tips die alleen een local kan geven; ze zorgt dat mijn plannen realistisch blijven en dat ik een rangorde aanbreng.
Wandelschoenen aan en gaan!
Monte Epomeo
Zo wandel ik vanuit Fontana naar de top van Monte Epomeo om er te genieten van een 360 graden uitzicht. De wandeling gaat over door water en wandelaars uitgesleten paden. Af en toe kom ik andere toeristen tegen, maar het is gelukkig verre van file lopen. Fernanda heeft niets teveel gezegd over het uitzicht…
Bocca dell’Acqua
Het restaurant bij de top laat ik voor wat het is. Ik heb meer op de planning staan… Ik loop door naar de Bocca dell’Acqua – een plek verderop op de berg waar altijd water blijkt te zijn. Waar dat water precies vandaan komt, schijnt niemand zeker te weten. Op deze wandeling bergaf kom ik nagenoeg niemand tegen. Wél zie ik twee van de drie wilde orchideeën waarover Fernanda me vertelde dat ze er groeien. Wow!
Belvedere di Serrara Fontana
Ik daal verder af naar Serrara Fontana en volg Fernanda’s derde tip op om bij de bar/restaurant bij Belvedere di Serrara Fontana te lunchen. Het is inmiddels bijna half drie. Ik plof op het met glicine, blauwe regen, overgroeide terras. Of ik nog wat kan eten? “We regelen wel wat.” Hoe ze het flikken in dat barretje, weet ik niet, maar ik heb nog nooit zo’n lekkere bruschetta met tomaat en basilicum gegeten. Grinnikend bedenk ik me dat dat ma altijd precies hetzelfde zei. Ik dacht dan altijd ‘duhhu…’ 😛 La storia si ripete, de geschiedenis herhaalt zich.
Ook de spremuta van versgeperste citroen en sinaasappel is squisita, overheerlijk. Ricaricata, helemaal bijgekomen en figuurlijk bijgetankt, besluit ik verder af te dalen naar het schiereiland Sant’Angelo. Het is vlakbij het hotel en ik wil het nu ook van dichtbij zien. Chique winkels, leuke terrassen, lekker ijs: het trekt aardig wat mensen, maar het is niet onaangenaam.
Met heel wat kilometers in de benen, laat ik me eind van de middag zakken in het water van de infinitypool van het hotel. Om daarna aan te schuiven voor het diner met machtig mooi uitzicht.
Baia di Sorgeto
De volgende dag staat in het teken van het thermale water waar Ischia bekend om staat. Ik bezoek de Baia di Sorgeto. De 250 (zo lees ik later) traptreden blijken een mooi alternatief voor de sportschool. Maar veel belangrijker: ze brengen me op een unieke plek.
Ik zie niet alleen heel wat mensen poedelen in door keien gevormde waterbekkens, maar zie ook de vulkaanhitte die van de rotsen dampt. Ik doe mijn wandelschoenen uit en geniet van het water dat bij vlagen verfrissend en dan weer warm is. Het ter plekke aangeboden moddermasker, sla ik over. Er staat meer op het programma.
Pizzi Bianchi
Ik wil namelijk ook naar de Terme di Cavascura. Daardoor sla ik meerdere vliegen in een klap. Vanaf het wandelpad zie ik een aantal pizzi bianchi, witte tufstenen piramides, die de natuur in de loop der jaren heeft gevormd. Op de terugweg pak ik de taxi-veerboot die langs de beroemde Spiaggia di Maronti vaart en op afroep afmeert.
Terme di Cavascura
De Terme di Cavascura maken indruk. Helaas heb ik geen tijd om ervan te genieten zoals de Grieken en Romeinen dat meer dan 2000 jaar geleden deden. Ik mag er gelukkig wel even rondkijken en fotograferen als ik vertel dat ik een verhaal schrijf over Ischia voor Italie.nl en ItalieTips.nl. De stenen baden worden gevuld met thermaal water. De hokjes zijn geschikt voor een persoon. Een gordijntje zorgt voor privacy. Het ziet er redelijk Spartaans uit. Rotsen en macchia, de mediterrane begroeïng, omgeven deze bijzondere plek.
Ik loop door naar de achterste termen. Mijn ogen moeten wennen aan het donker. Het warme water van de in de rotsen uitgehouwen termen, weerspiegelen de omgeving.
Een gordijntje verder slaat de hitte toe: de door vulkaanhitte verwarmde sauna kent een enorme vochtigheid. Ook hier weer: puur natuur, al meer dan 2000 jaar lang….
Ik neem me een ding voor: ik kom terug, maar dan met manlief én met alle tijd van de wereld. Ne vale veramente la pena! Het is echt de moeite waard!
Nog meer tips voor als je Ischia overweegt
- Het gezegde luidt: Eerst Napels zien dan sterven. Wil je echt ontspannen, wil je in de watten worden gelegd en met een leeg hoofd thuis komen, laat Napoli [Napels] dan links liggen en bewaar het voor een andere keer.
- Je kunt Ischia ook goed combineren met Procida. Ook daarvoor heb ik een supertoffe overnachtingstip.
- Houd je van geschiedenis, reserveer dan ook een paar dagen op de terraferma, vasteland. De Campi Flegrei, waar Pozzuoli ook deel van uitmaakt, zijn de moeite waard.
Vanuit Pozzuoli vertrekt er ook een veerboot naar Procida en Ischia, je hoeft daarvoor dus niet terug naar Napoli. - Lees meer over Ischia op Italie.nl