Italianen houden wel giocare d’azzardo, gokken. Dat doen ze intensief en bovendien al heel lang.
In 1638 opende het Ridotto zijn deuren in Venetië; hiermee had de cosmopolitaanse burgerij van de stad toegang tot spellen die men er sinds de dagen van het Romeinse Rijk had moeten missen. Het Ridotto was er voor de elite. Er waren bizarre kledingvoorschriften (zoals een masker en een steek of driehoekige hoed) en als je ging gokken, moest je wel hoge inzetbedragen inzetten. In 1774 moest het Ridotto zijn deuren sluiten vanwege toenemende concurrentie van gesloten gokclubs, de zogeheten casino’s. Zoals je ziet, een lange en rijke geschiedenis die toont dat Italianen van oudsher dol zijn op gokken, tot op de dag van vandaag.
Gokken in Italië
Net als in elk ander land is in Italië vooral het gokken op sportuitslagen een ding. Corse dei cavalli, paardenrennen, tennis en Formule 1 doen het er goed. Maar als voetballand bij uitstek wordt er juist op voetbaluitslagen gewed. Dat gebeurt vooral bij wedstrijden in de Serie A competitie. Maar ook daar zie je dat scommettere, wedden, nu anders gaat dan vroeger. Dat kan ook niet anders door de technologische ontwikkelingen.
De Italiaanse gokindustrie was in 2012 in totaal 24 miljard dollar waard. Caspita! Allemachtig! En al maken Italianen slechts één procent van de wereldbevolking uit, toch zijn ze goed voor een kwart van de wereldmarkt op het gebied van gokken.
In 2012 haalde de Italiaanse online gamingmarkt in totaal 749 miljoen euro omzet binnen. Als gevolg van deregulering en groei wordt dit de komende jaren alleen maar meer. Online slotmachines, videopoker en andere webgebaseerde spellen zijn ontzettend populair, waarbij steeds meer Italianen een online casino bezoeken dan ‘ouderwets’ te gokken.
Casino’s in Italië
In de middeleeuwen bestonden al voorlopers van de casino’s; dat waren de zogenaamde baratterie medioevali. Hier was het toegestaan om te gokken. Dat was elders in de stad, zoals op piazze of in de buurt van kerken, verboden.
Aan het begin van de vorige eeuw waren er heel veel casino’s, maar die zijn allemaal gesloten omdat ze illegal waren. De overgebleven casino’s mogen dankzij deroghe speciali, speciale locale verordeningen, doorlopend worden verlengd.
Nu zijn er nog slechts 5 traditionele casino’s in het hele land! Het grootste casa da gioco is het Casino de la Vallée, gevestigd in Saint-Vincent (regione Valle d’Aosta). Het is meer dan een casino alleen, het is een luxe resort waar je in het welness-gedeelte ook nog eens alle stress kunt laten wegmasseren. De andere casinò autorizzati, legale casino’s, bevinden zich allemaal in de noordelijke gewesten. Er is er een in Sanremo in de regione Liguria, twee in Venezia en een in Campione d’Italia, een Italiaanse exclave in Zwitserland. Wie te ver weg woont, kan vanuit huis gokken, maar het is en blijft toch een compleet andere belevenis.
Bezoekers van de casino’s zijn zowel toeristen als Italianen. En bij die laatste zie je het felle en flamboyante karakter van de Italiaanse ziel naar voren komen. Zowel in hun kleding, smokings en elegante jurken, alsook in de hele belevenis van dit uitje. Je kunt gelukkig ook casual gekleed naar het casino gaan, maar een korte broek, hempjes, slippers etc zijn uit den boze.
Italië staat op dit moment voor een belangrijke tweesprong. Enerzijds kan de over het algemeen lakse overheid de groei van deze lucratieve industrie toestaan in ruil voor de nodige belastingopbrengst. Anderzijds kan men kiezen voor het aanpakken van deze sector, die volgens velen verantwoordelijk is voor de Italiaanse positie van nummer vijf op de wereldranglijst voor gokken per hoofd van de bevolking. Met het oog op de strengheid van de regels van vroeger, zal de overheid waarschijnlijk kiezen voor een middenweg. Een opleving of verjonging van de sector door toeristen is natuurlijk veel heilzamer dan het aanblijven van zulke hoge gokcijfers onder de eigen bevolking.
copyright foto’s: Saint-Vincent Resort & Casino